Naam Karin Fase

Leeftijd 45

Burgerlijke Staat getrouwd, kinderen van 15 en 12

Woonplaats Geldrop

Vooropleiding havo, pabo

Beroep voorheen leerkracht basisonderwijs, nu student

Opleiding bachelor Cultuurwetenschappen

Begonnen 2013

Studiecentrum Eindhoven

STUDENT CULTUURWETENSCHAPPEN KARIN FASE

Cultuur is niet elitair. Integendeel, cultuur is er voor iedereen

Kunstgeschiedenis was eigenlijk altijd al haar grote liefde maar juf in het basisonderwijs worden leek haar ook geweldig. Als 17-jarig ‘havoklantje’ koos ze voor de pabo. Geen slechte keus, maar oude liefde roest niet. In september start Karin met haar afrondende scriptie cultuurwetenschappen. Met kunstgeschiedenis als hoofdvak.

Fotografie: Peter Strelitski

Tekst: Silvia Van de Put

Rust in de tent In 2013 kwam de omslag. Een paar jaar eerder was Karin gestopt met haar baan als leerkracht op een basisschool. De combinatie van werken, kleine kinderen, manlief die voor zijn werk veel op reis was en chronische migraine noopte tot ingrijpen. Eerst maar eens de rust in de tent herstellen. Toen de kindjes – nu 12 en 15 – naar de basisschool gingen, wilde Karin weer aan de slag. Ze kwam uit bij die oude liefde: kunstgeschiedenis studeren. Dat bleek een uitstekende beslissing. Ook de keuze voor de OU heeft prima uitgepakt. In Geldrop is het prachtig en rustig wonen, maar het is niet bepaald centraal in het land gelegen. Andere opties, als een deeltijdstudie aan de universiteit van Utrecht, bleken daardoor simpelweg te omslachtig. Pluspunten van studeren aan de OU zijn vooral het zelf kunnen indelen en plannen van de studie. Voor Karin ideaal: “Met deze studie kan ik mijzelf uitdagen en ontwikkelen, je hersens moeten wel kraken. Maar op dagen dat ik niet fit ben, hoef ik weinig of niks te doen. Bijkomend voordeel is dat het prikkelarm is. Met migraine voor een klas met dertig kinderen staan, dat is pas een uitdaging. Daarmee vergeleken is het thuis doen van literatuuronderzoek een peulenschil. De migraine weerhoudt me er tot nu toe van om weer aan de slag te gaan, je bent immers aardig wat dagen in de maand niet inzetbaar.”

Collega’s/vrienden Eerlijk is eerlijk. Karin mist het werk wel. Niet alleen vanwege de zinvolle bijdrage aan de maatschappij, zoals ze zelf zegt, maar ook mist ze het contact met collega’s. Daarom is zo ook zo blij met de hechte groep van medestudenten: “Een heel gevarieerd gezelschap, qua leeftijd en achtergrond. Cultuur is de gemeenschappelijke factor, samen met de studie. Maar we passen ook qua smaak, interesses en manier van in het leven staan bij elkaar. We zitten allemaal in een andere fase van de studie, hebben allemaal net iets andere interesses in ons vakgebied, maar dat maakt het alleen maar nóg leuker. De meeste mensen kiezen voor Cultuurwetenschappen omdat ze veel interesse hebben in de stof, niet zozeer omdat het nodig is voor hun carrière. Samen tentoonstellingen en musea bezoeken, is goud waard. We discussiëren met elkaar, leren van elkaar en daarnaast hebben we het samen ook nog eens ontzettend gezellig. Die contacten zijn voor mij enorm waardevol, we zijn vrienden geworden. We hadden begin april een weekendje Gent gepland om samen ‘De grootste Jan van Eyck tentoonstelling ooit’ te bezoeken. Dat is jammer genoeg vanwege de coronacrisis niet doorgegaan.”

‘Misschien wel de grootste winst is dat je als wetenschapper anders leert denken‘

Zomerschool De studie Cultuurwetenschappen kent vier richtingen: kunstgeschiedenis, cultuurgeschiedenis, letterkunde en filosofie. Dat laatste vak is nooit Karins favoriete vak geweest maar van kunstgeschiedenis – haar hoofdvak – en letterkunde, daar smult ze van. Ze praat bijna lyrisch over de zomerscholen: samen met gelijkgestemden – onder andere uit de vriendengroep – je helemaal onderdompelen in de stof, alle kennis van de docenten opzuigen en ter plekke samen op verkenning uitgaan ... Zoals in Florence: “Daar zat ik al sinds het begin van de studie op te azen!” Of voor letterkunde: “Vier dagen alleen maar bezig zijn met Hella Haasse. Met het analyseren van haar werk verbanden zoeken en daar dan met elkaar over discussiëren. Heerlijk!”

In de praktijk Sinds kort is Karin vrijwilliger bij de stichting Vrienden van Landgoed Kasteel Geldrop. “Het was de eerste keer dat ik iets met mijn studie deed. Ik ben over het algemeen praktisch ingesteld, maar van mijn studie heb ik geleerd dat onderzoek doen en zo systematisch komen tot een gedegen plan, echt wel meerwaarde heeft. Ik wil hierna graag de masteropleiding gaan doen. Daarna zou ik graag iets gaan doen met mijn onderwijsachtergrond. Zoals museumdocent of cultureel erfgoed op de kaart zetten.”

Richting afstuderen In zeven jaar tijd heeft Karin de opleiding zien veranderen. “Ten goede. In het begin was het vooral veel kennis opdoen. Dat werd getoetst en dat was het dan. Maar tegenwoordig wordt veel meer een beroep gedaan op vaardigheden als onderzoeksvragen opstellen, stukken schrijven, beleid maken. In het begin leerde ik veel en wist ik veel en toen kwam er een moment dat ik merkte: ik kán ook iets met die kennis. Misschien wel de grootste winst is dat je op een andere manier leert denken als wetenschapper. Wat ik wél altijd jammer heb gevonden, is dat er bij deze studie nog weinig gebruikt wordt gemaakt van online colleges als aanvulling op de stof die je in de module leest. Er zitten namelijk fantástische vertellers bij, bij die docenten.”