modulair
Artikel: Instellingsplan
Leestijd: 2 min. | Tekst: Meyke Houben | Fotografie: iStock + Laurent Stevens
Strategische koers 2023-2027
Meer korte opleidingstrajecten en meer onderling contact
03
In december 2022 is het nieuwe instellingsplan voor de Open Universiteit vastgesteld. Met het plan, dat onze strategische koers schetst voor de periode 2023-2027, willen we onze unieke positie in het Nederlandse hoger onderwijsbestel verder verstevigen. Wat jij daar als student van merkt? Collegevoorzitter prof. dr. Frank van der Duijn Schouten en rector magnificus prof. dr. Theo Bastiaens vertellen het graag.

‘Sinds de oprichting heeft de Open Universiteit haar studentengroep zien veranderen’, steekt Frank van der Duijn Schouten van wal. ‘Er zijn meer hoger opgeleiden die in het kader van een leven lang ontwikkelen kiezen voor flexibel afstandsonderwijs. Zij gebruiken de studie vaak om hun carrière een boost te geven. Daarnaast merken we dat onze studenten steeds jonger worden. Velen van hen hebben eerst een bacheloropleiding gevolgd, gaan dan aan het werk, maar willen later alsnog een master doen.’
‘Deze studenten bieden we extra mogelijkheden’, vervolgt rector magnificus Theo Bastiaens. ‘Naast de bestaande bachelor- en masterprogramma’s ontwikkelen we kortere opleidingstrajecten, focusopleidingen. Bijvoorbeeld voor mensen met een academische graad, die als aanvulling zich willen verdiepen in een andere discipline. Ook gaan we onze premasters breder inzetten. Nu al kunnen de studenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam online premasters van de Open Universiteit volgen. Die mogelijkheid willen we uitbreiden naar andere universiteiten. Cijfers wijzen uit dat het wo momenteel groeit en onder druk staat. Door op landelijk niveau een digitaal premasterprogramma aan te bieden, dragen we bij aan een betere transitie van hbo naar wo-master.’
Persoonlijke ontwikkeling
De Open Universiteit hanteert het onderwijsmodel van activerend academisch afstandsonderwijs. Wat begon als een ‘correspondance study’ is dankzij de moderne technologie uitgegroeid tot een innovatief online onderwijsaanbod met veel flexibiliteit voor de studenten. ‘Maar academische vorming heeft ook te maken met persoonlijke ontwikkeling’, meent Theo Bastiaens. ‘We merken dat studenten behoefte hebben aan contact; met docenten én met medestudenten. Daarom optimaliseren we de balans tussen fysiek en online onderwijs en investeren we in onze ‘Open Universiteit community’. Een deel van ons onderwijs is ook fysiek te volgen voor wie dat wil. Meestal kiezen we voor een hybride vorm, waarbij we live bijeenkomsten streamen. Zo kunnen studenten die bijvoorbeeld in het buitenland wonen of een fysieke beperking hebben, dus altijd online studeren.’
De ervaring heeft geleerd dat veel studenten zich graag onderdeel willen voelen van een groep, weet Frank van der Duijn Schouten. ‘Gelukkig maakt de techniek het nu mogelijk om niet alleen fysiek, maar ook digitaal aan community-vorming te doen. Wij faciliteren – onder meer straks via de nieuwe digitale leeromgeving Brightspace - het contact tussen onze studenten onderling. Zo kunnen zij elkaar ontmoeten en gebruik maken van elkaars netwerk.’ Op termijn krijgen ook de studiecentra in het land een grotere rol als ontmoetingsplek. Een eerste aanzet daartoe is de renovatie van het Spuigebouw in Den Haag, dat de Open Universiteit samen met de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de vereniging Universiteiten van Nederland in 2025 in gebruik gaat nemen. ‘Maar ik roep studenten nu al op om vooral naar bijeenkomsten te komen, zoals de opening van het academisch jaar, de studiedagen van de faculteiten of de colleges van Studium Generale’, voegt Theo Bastiaens toe. ‘Hoe leuk is het om elkaar daar live te ontmoeten?’
Naast de studenten worden ook alumni en andere stakeholders nadrukkelijker betrokken bij het vormen van de Open Universiteit-community. ‘Mensen willen zich graag identificeren met de Open Universiteit. Dat merken we bijvoorbeeld doordat onze ‘merchandise’ te koop in de Boutique, zoals sweaters en paraplu’s, steeds meer aftrek vindt.’
Theo Bastiaens
‘We merken dat studenten behoefte hebben aan contact; met docenten én met medestudenten.
Daarom optimaliseren we de balans tussen fysiek
en online onderwijs en investeren we in onze
‘Open Universiteit community’

Instellingsplan
Eenmaal in de vijf à zes jaar moet een universiteit zich fundamenteel bezinnen op haar strategie en het resultaat vastleggen in een instellingsplan. Dit meerjarenbeleidsplan moet de instemming van de medezeggenschap en de goedkeuring van de Raad van toezicht krijgen. Het nieuwe instellingsplan van de Open Universiteit schetst de strategische koers voor de periode 2023-2027.
Nieuwsgierig?
Op onze website staat het integrale plan
Duurzaamheid, diversiteit en inclusie
Tot de speerpunten van het nieuwe instellingsplan behoren ook duurzaamheid, diversiteit en inclusie. De komende jaren gaat de Open Universiteit haar profiel op deze gebieden verder versterken. Theo Bastiaens: ‘Onze studentenpopulatie is altijd al heel divers geweest. Tot onze studenten behoren onder meer topsporters, mensen met een functiebeperking en gedetineerden. Om het draagvlak voor diversiteit en inclusie te waarborgen en een inclusief, open en veilig werkklimaat te realiseren voor al onze medewerkers, hebben we een speciaal gremium ingesteld, het ‘diversity office’. Collegevoorzitter Frank van der Duijn Schouten: ‘Wat betreft het onderwijsaanbod zal de faculteit Cultuurwetenschappen vanaf eind 2023 opleidingen aanbieden op het terrein van inclusie en diversiteit. De faculteiten Bèta- en Managementwetenschappen ontwikkelen een nieuwe master Duurzaamheid met een interdisciplinair programma. We verwachten daarvoor veel interesse van bedrijven, omdat duurzaamheid natuurlijk een actueel thema is.’ De samenwerking met bedrijven en maatschappelijke organisaties biedt ook meerwaarde voor het onderzoeksprogramma van de Open Universiteit. ‘De werkomgeving van de student vormt een natuurlijke stageplek. Daarnaast koppelen onze studenten in veel gevallen hun afstudeeronderzoek aan een thema uit de eigen werkervaring. Die verbinding tussen theorie en praktijk leidt tot wetenschappelijk onderzoek met een sterk maatschappelijke relevantie.’
Al filosoferend zouden de bestuurders graag studenten met weinig werkervaring in contact willen brengen met studenten met meer werkervaring, om zo onderlinge kruisbestuiving te realiseren. ‘Maar de concrete plannen daarvoor moeten we nog ontwikkelen’, besluit rector magnifcus Theo Bastiaens.